Ode aan Eckart | Wat moeten gemeenten met platformen? | Het steward ownership model van Sharetribe

0
191

Afgelopen week weer een hoop mooie inzichten opgedaan tijdens verschillende events. Op een congres van de ABU mocht ik mijn visie en duiding delen op de ontwikkelingen rondom arbeid en platformen. Tijdens de ‘Workshop on the Sharing Economy & Resilient Neighborhoods’ die ik mede organiseerde mijn verhaal over platform coöperaties mogen delen en in een workshop weer interessante inzichten opgehaald. En tot slot tijdens een bijeenkomst over platformen en arbeid bij de SER goede discussies gehad over de vraag ‘wat is er nu écht nieuw’ en mijn analyse van de in sommige gevallen beperkte noodzaak voor nationale of globale netwerkeffecten voor platformen gedeeld. Ik heb mij dus wel vermaakt 😉 Vandaag ben ik aanwezig op het academische event “Platform Economy: Innovation, Entrepreneurship and Public Policy Perspectives”. Ik heb mijn camera(s) bij mij en ik zal alle presentaties de komende dagen delen op mijn YouTube kanaal. In de volgende nieuwsbrief / nieuwsbrieven zullen deze video’s ook nog voorbij komen. 

Deze week weer een aantal mooie stukken voor je verzameld en voorzien van mijn duiding en analyse. Niet allemaal puur op platformeconomie, maar soms kleur ook ik buiten de lijntjes 😉 Fijne week!


Sharetribe – Building a better sharing economy – Invesdor

In Helsinki zit een klein bedrijfje met een bijzondere missie: “to democratize the sharing economy by making platform technology accessible to everyone”. Zij hebben de ambitie om de ‘WordPress’ voor marketplace software te worden. Open source. Dit bedrijf luistert naar de naam Sharetribe en is een platform organisatie die ik al een tijdje volg. Ik schreef er eerder dit stuk over (check ook de video onderaan het artikel). 

Hoewel het bedrijf alle software open source produceert, is het eigenaarschapsmodel van Sharetribe nog traditioneel. Dit is iets dat de eigenaren Juho en Antti al een tijd dwars zat. Na het verkennen van de opties van gemeenschappelijk / coöperatief eigenaarschap hebben zij gekozen om voor een (nieuw) systeem dat ‘steward ownership’ heet. 

“Steward-ownership is a company structure designed to ensure that our company’s profits are purely a means to pursue its mission, and forever removes any personal financial incentive of profit maximization from the company’s management. Unlike B Corp certificates, the steward-ownership structure is protected with a foundation structure and can never be dismantled once introduced.

From now on, it’s in the best interest of our management to put our social mission first, even if that means slowing down our growth. Everyone working in the company is incentivized, first and foremost, to make decisions that benefit not just the owners of the company, but all other stakeholders, the environment, and society at large. After this change, we can finally — confidently — say that our company will always be a force for good in society. (bron)”

Wat het model kort door de bocht geanalyseerd doet is de ‘perverse’ prikkels van korte termijn winstmaximalisatie ten koste van de missie en toekomst van het bedrijf elimineren. Wie investeert zal na 10 jaar maximaal 5x zijn inleg terugverdienen. En op verschillende manieren zijn de waarden en continuïteit van de organisatie geborgd. Hoe langer ik hier over nadenk, hoe meer dat deze constructie lijkt op hoe de familie bedrijven die ik tijdens mijn Brand Expedition in 2010 heb geïnterviewd te werk gaan. Visie en missie gedreven, verantwoordelijk voelen voor directe en indirecte stakeholders, gezonde groei en de investering vandaag hoeft er morgen niet direct factor 10 uit te komen. Mooie case om te blijven volgn

TransferWise becomes first non-bank to join BoE payment system | Financial Times

In 2013 zat ik aan tafel met de marketing directeur van een grote Nederlandse bank. Ik was op bezoek om te spreken over een partnership voor mijn Crowd Expedition en we spraken over platformen, innovatie en banken. Crowdfunding was uiteraard het eerst waar we het over hadden. Toen vroeg ik hem of hij al van Transferwise had gehoord. Het antwoord was: ‘nee’. Ik was verbaast: een bedrijf waarvan de oprichters aan de wieg hadden gestaan van Skype en PayPall, die net een investering van 100 miljoen hadden binnengehaald van Richard Branson én die de belofte hadden om het internationaal overmaken van geld voor een fractie van de prijs van de bestaande aanbieders te verzorgen….  En hij had er nog nooit van gehoord. Voor mij een belangrijke les dat veel organisaties vooral binnen hun eigen bubble kijken wanneer het gaat over concurrentie. 

Twee jaar laten kwam ik een bericht tegen dat het bedrijf meer dan 500 miljoen pond per maand over het platform verscheepte via een slimme peer2peer technologie. Ik heb een printscreen naar de beste man gestuurd. En vervolgens nooit meer iets gehoord 😉

De impact van Fintech in de bankensector is intussen voelbaar: “almost 14 per cent of revenues in the UK banking and payments sector in 2017 was earned by companies that did not exist ten years ago, according to a forthcoming report by Accenture.” 

In dit artikel weer een mooie stap voor Transferwise. Maar ook een mooie stap van de Britse regelgevers die laten zien dat ook zij een manier hebben gevonden om met deze ontwikkeling om te gaan. 

En Transferwise? Die moet intussen ook op zijn hoede zijn: “Last week Santander launched a blockchain-based foreign exchange service that it hopes will rival TransferWise.” En juist dát vindt ik mooi aan deze tijd: als organisatie moet je bijna 24/7 je toegevoegde waarde bewijzen en je moet beseffen dat het succes van vandaag geen enkele garantie voor morgen is. (iets dat ook pas mooi naar voren kwam dat het einde van de itunes music store nadert…)

Seattle considers raising rates for Uber and Lyft rides to boost driver compensation – GeekWire

In de VS hebben taxi apps als Uber en Lyft een aparte status: Transportation Network Companies. Dit is een aparte status voor taxi’s die via een app worden opgeroepen. TNC heeft eigen regels en is een stuk flexibeler dan de taxiwetten. Zo is er in veel gebieden geen maximum aantal taxi’s die als TNC taxi mogen opereren, terwijl er wel een maximum aantal taxi’s rond mag rijden. En mogen TNC’s zelf de prijs bepalen, terwijl taxibedrijven veelal een wettelijke minimumprijs hebben. 

Zo rijden in New York al jaren lang ruim 13.000 taxi’s rond (er is een maximum aantal vergunningen, die dan ook een boel geld waard zijn). In 2015 reden zo’n 20.000 TNC taxi’s door de stad. Nu is dat aantal al gestegen naar 63.000. Met een enorm effect op de leefbaarheid van de stad, maar ook voor de positie van de bestaande chauffeurs, die vaak honderdduizenden dollars hebben geïnvesteerd in een vergunning.

Het is dan ook niet heel vreemd dat er zo links en rechts vraagtekens worden gezet of dit wenselijk is voor een stad. Seattle is er daar een van. De klant mag dan blij zijn: convenience tegen een concurrerende prijs, maar dat mag natuurlijk nooit leidend zijn in een discussie. Een samenleving heeft namelijk met een hoop meer stakeholders te maken dan een platform. En daar wringt de schoen. 

Wat interessant is aan wat er in Seattle aan de hand is, is het volgende: “While the most heated point of the legislation is on the idea of maybe, possibly raising base fare, the most concrete thing the legislation does is request data from taxi companies, for-hire drivers, and companies like Uber to identify the scope of the issues affecting ride-hailing drivers and passengers. <> The legislation asks the companies to share data with the city by the end of May. If companies don’t provide the data, then the Council might turn around and require the data from companies.”

Interessant omdat de overheid hier op basis van data (ben overigens benieuwd of ze die gaan krijgen) beslissingen gaat nemen. En dat is iets dat ik nogal eens mis in het (politieke) debat.

Nog even over die TCN. Toen ik hier voor het eerst van hoorde dacht ik: waanzinnig lobby werk van de sector! Totdat ik een paar maanden geleden in Leuven op een congres over legal issues en platform economy was. Hier werd een case gepresenteerd van een wet uit 1946 in België die ook al sprak over 2 categorieën taxi regulering: “conventional taxi regulated by municipal authorities and taxi services on demand by phone with no regulation and lower price.” Dat klinkt erg veel als wat we nu in de VS onder een TCN verstaan…. Soms is het dus ook interessant om een beetje terug in de tijd te kijken….

Frankrijk komt met eigen WhatsApp-alternatief uit angst voor spionage | NU – Het laatste nieuws het eerst op NU.nl

“Frankrijk komt voor interne overheidscommunicatie met zijn eigen chatapp als alternatief voor de versleutelde berichtendienst WhatsApp.”

Frankrijk moet hebben gedacht: wat China kan, dat kunnen wij ook! Op zich natuurlijk een hele logische stap om zelf een dergelijke dienst te ontwikkelen. Een paar gedachten:

  • Deze dienst heeft de potentie om groot te worden. Mits er natuurlijk wordt nagedacht over bepaalde zaken ‘by design’. Want een dienst als deze gaat natuurlijk alleen groeien wanneer de gebruikers de dienst vertrouwen en ‘zeker’ weten dat de overheid niet meekijkt;
  • In een nationalistisch land als Frankrijk kan ik mij voorstellen dat de kans van slagen extra groot is;
  • De overheid zou dit kunnen laten groeien door de berichtenapp te koppelen aan bepaalde overheidsdiensten. Dat je via de app beter wordt geholpen dan buiten de app;
  • Wat betreft het netwerkeffect: ik merk dat het in Europa echt per land verschilt welke apps worden gebruikt voor messaging. Whatsapp, Facebook Messenger, Telegram of Signal. Dat biedt perspectief.

In memoriam Eckart Wintzen, aflevering 1: Harry Starren en Femke Groothuis – Café Weltschmerz

Van sommige mensen besef je pas de impact die zij op je leven hebben gehad op het moment dat zij er niet meer zijn. Na mijn studie ging ik aan het werk bij In’tent: een bijzonder (mooi) communicatie en evenementenbureau in Amsterdam. Een van de twee directeuren was Birgitta van Loon, voormalig communicatiedirecteur van BSO: het bedrijf dat Eckart Wintzen met zijn beroemde celtheorie. Toen Eckart BSO verkocht begon hij Ex’tent: een green venture capital club. Birgitta begon In’tent. Eckart was aandeelhouder en samen haalden zij o.a. Ben&Jerry’s naar Europa. 

In mijn periode bij In’tent ben ik ‘opgegroeid’ met het gedachtegoed, waar persoonlijke aandacht een belangrijke rol in speelde. En dan niet alleen in de kernwaarden, maar écht. Eckart heb ik in die tijd, niet bijzonder bewust, een paar keer ontmoet. We hebben met het hele bedrijf zijn boek Eckart Note’s vooraf mogen inzien. Wat een mooi verhaal.

Toen ik na mijn In’tent avontuur als marketingmanager bij Talent&Pro aan de slag ging kreeg ik na een week te horen: we gaan reorganiseren. Ik: “leuk! wat gaan we doen”. Het antwoord: we gaan de organisatie naar een cellenstructuur geïnspireerd op het model van BSO transformeren. Ik: “ok, mooi, waarom gaan we niet een keer zelf met hem hier over in gesprek?”. En zo geschiedde. De hele reorganisatie bracht de organisatie uiteindelijk bijna in de afgrond. Daar heb ik geleerd dat het boekje heel lekker wegleest, maar je het echt wel 2 tot 3 keer moet lezen om de onderliggende laag te begrijpen en voorbij het ‘we geven elkaar vrijheid en dan komt alles goed’ verhaal te komen. Super leerzame periode waar ik aanschouwer van vele interessante besprekingen heb mogen zijn. Deze lessen en die van bij In’tent draag ik tot op de dag vandaag met mij mee.

Na zijn plotselinge dood, de belofte om nog een keer langs te komen is er niet van gekomen, kreeg ik ook meer te horen van zijn tweede project: het Ex’Tax project. Een project dat het huidige belastingsysteem op de schop wil gooien om, op een heel logisch klinkende manier, voortaan meer belasting te heffen op zaken die waarde onttrekken aan onze planeet en samenleving en minder belasting te heffen op zaken die waarde toevoegen. Oftewel: niet veel belasting op arbeid en weinig belasting op grondstoffen zoals nu is, maar andersom. Hier lees je er meer over

Deze week kwam ik via via op een 3-delige podcast serie van Café Weltschmerz die is gemaakt in het kader van het feit dat Eckart dit jaar 10 jaar geleden is overleden. Alle 3 de afleveringen zijn een feest om te luisteren (en ook erg leerzaam). Ik heb in deze nieuwsbrief de editie over zijn idee voor belastinghervorming uitgelicht. Een idee dat na zijn dood is opgepakt door oud-medewerker Femke Groothuis: 

“Over duurzaam investeren en de belasting op milieu degradatie. Als arbeid wordt belast, zoals nu gebeurd, zullen ondernemingen op arbeid besparen. Als het fiscale accent daarentegen op energie en grondstoffen ligt, zal de ondernemer gaan bezuinigen op consumptie. Wintzen bepleitte een fiscale dubbelslag die werk creëert en het milieu spaart.”

Aanrader!

Video van de week

Waanzinnig (in alle opzichten) om te zien hoe laag het kennisniveau van de vragenstellers doorgaans was tijdens het ‘verhoor’ van Mark Zuckerberg. Ik vraag mij af of het bij ons er anders aan toe zou gaan. Ik denk dat de vragen een stuk pittiger zouden zijn, maar ik vraag mij zeer af of het kennisniveau echt hoger ligt…. 

In de media

‘Faciliteer platformeconomie, maar laat het initiatief aan de markt’ | VNG

Voor het VNG magazine (Vereniging Nederlandse Gemeenten) werd ik geïnterviewd over de vraag hoe je je als lokale overheid moet verhouden tot de platformeconomie. Zie hier het resultaat. Ik kreeg fijn veel ruimte om mijn duiding en vragen te delen. En deed een poging om gemeenten te stimuleren om projecten die met publiek geld zijn gefinancierd te voorzien van open standaarden én om meer met open source te doen. 

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail (martijn@collaborative-economy.com) of telefoon (06-50244596).