De 50 Tinten Grijs tussen de ZP’er en Werknemer

    0
    490

    In dit artikel gebruik ik ‘ZP’er’ in plaats van ‘ZZP’er’. Wij geloven dat mensen ervoor kiezen om zelfstandig te gaan werken en dus geen mensen in dienst te nemen. Om die reden vinden wij  ‘Zelfstandige Professional’ een meer gepaste benaming dan ‘Zelfstandige Zonder Personeel’.

    Met de invoering van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (DBA) is er veel ophef ontstaan onder de Nederlandse ZP’ers. Dit heeft geleid tot een discussie die 10 jaar lang is uitgesteld, aldus Pierre Spaninks, ZZP-expert. Vorige week reisde ik af naar Zwolle om met Spaninks te praten, in de hoop om meer duidelijkheid te krijgen over de huidige situatie. Ik had al wat informatie verzameld over de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) en de wet DBA en het leek mij allemaal niet zo erg. Ik wilde dus weten waar al die commotie precies vandaan kwam.

    Laten we bij het begin beginnen. Rond 1980 waren de arbeidsrelaties in Nederland vrij overzichtelijk. Als je in loondienst was, dan was je een werknemer. Als je je eigen bedrijf runde en mensen in dienst had, dan was je een werkgever. Slechts een klein deel van de bevolking werkte als ZP’er. Hierna is de Nederlandse arbeidsmarkt flink veranderd en nam de vraag naar ZP’ers aanmerkelijk toe. De vraag nam niet alleen in aantal toe, maar ook in type ZP’er. Of zoals Spaninks zegt: “Er zitten nu vijftig tinten grijs tussen de ‘pure’ werknemer en de ‘pure’ ZP’er.”

    Om een beetje orde en duidelijkheid te krijgen voor al die ZP’ers, voor de opdrachtgevers en voor de Belastingdienst, is in 2005 de VAR ingesteld. De ZP’er kon aan het begin van het jaar een VAR-verklaring aanvragen, en na goedkeuring van de Belastingdienst hoefde de opdrachtgever over de inkomsten van de ZP’er geen loonheffingen in te houden en geen premies voor de werknemersverzekeringen te betalen. Ook al werd de ZP’er het minst hard geraakt tijdens de economische crisis, verschillende partijen begonnen zich wel zorgen te maken. Aan de ene kant de vakbonden, aangezien het goedkoper was om een ZP’er in dienst te nemen kon het zo gebeuren dat werknemers uit hun vakbonden vervangen zouden worden door zelfstandigen. Aan de andere kant de overheid; omdat de ZP’er geen recht heeft op WW zou het een sociaal probleem zijn als ze zonder werk komen te zitten.  Doordat het aantal ZP’ers dusdanig toenam werden de effecten bij de Belastingdienst ook merkbaar, voornamelijk in de schatkist.

    Dit leidde tot het voorstel van Staatssecretaris Wiebes om de VAR te laten vervangen door de wet DBA. Volgens Wiebes gaat deze voor meer zekerheid zorgen voor zowel opdrachtgevers als ZP’ers, en daarnaast zou het ook ‘schijnzelfstandigheid’ tegen gaan. Dit is ook gelijk waar een groot deel van de huidige commotie vandaan komt. Je hebt verschillende soorten en maten van ZP’ers, de eerdergenoemde vijftig tinten grijs van Spaninks. “‘Schijnzelfstandigheid’ bestaat helemaal niet”, zegt Spaninks. Binnen de VAR was er mogelijkheid voor flexibiliteit en werden deze vijftig tinten van ZP’ers enigszins gefaciliteerd. Binnen de wet DBA wordt de werkende Nederlander in 1 van twee hokjes geplaatst; óf werknemer, óf zelfstandige. Dit zijn twee aparte hokjes, en de kans om bij het ‘hokje’ zelfstandige te horen wordt ook strenger gecontroleerd en gereguleerd.

    Dit wordt gedaan middels de ‘modelovereenkomsten’. Waar aan de ene kant de wet DBA claimt als ‘deregulering’ te werken, lijkt het effect van deze modelovereenkomsten juist het tegenovergestelde; alles wordt gereguleerd en vastgelegd. Het was het idee om per sector specifieke modelovereenkomsten te hebben. Naast sectorale modelovereenkomsten mogen opdrachtgevers en opdrachtnemers zelf ook modelovereenkomsten opstellen en deze laten goedkeuren door de Belastingdienst. De modelovereenkomsten zouden meer zekerheid moeten bieden, maar ze roepen juist meer vragen op, aldus Spaninks. Wanneer wordt een modelovereenkomst wel goedgekeurd? Hoe moet je zo’n arbeidsrelatie zelf inschatten? Wat als je het verkeerd inschat, wat zijn de consequenties? Deze angst en onzekerheid, voornamelijk onder opdrachtgevers, kunnen volgens Spaninks voor problemen gaan zorgen voor de ZP’er.

    Kortom, er is nog veel onduidelijk over de nieuwe wetgeving en de werkelijke effecten. De VAR gaat er per 1 mei 2016 uit, maar je hebt nog 1 jaar overgangsperiode om al je zaken op orde te krijgen. Voor ZP’ers die in alle vrijheid kortlopende opdrachten doen met alleen een resultaatverplichting, zullen er geen problemen zijn, maar voor de andere 49 tinten grijs zal het even lastig worden. Informeer je goed en praat hierover met je mede ZP’ers, opdrachtgevers en anderen. Het S2M Magazine probeert je zo goed mogelijk te informeren.

    Meer tips en informatie kun je hier vinden:
    http://magazine.seats2meet.com/afschaffing-van-de-var-zes-dingen-die-je-nu-moet-weten-over-de-wet-dba/
    http://pierrespaninks.nl/blog/wet-dba-kans-voor-intermediairs-maar-ook-bedreiging/
    http://pierrespaninks.nl/blog/wiebes-wil-wordt-wet/
    http://pierrespaninks.nl/blog/waarom-het-arbeidsrecht-nooit-af-is-en-waarom-dat-geen-probleem-is/

    LEAVE A REPLY

    Please enter your comment!
    Please enter your name here

    This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.