Waar is pensioen eigenlijk voor bedoeld?

0
245

Lang niet elke ZP’er doet iets aan pensioen. En alhoewel er natuurlijk mensen zijn die niet voldoende verdienen om geld opzij te zetten voor pensioen, geldt dit net zo goed voor ZP’ers die wél goed verdienen. Eén van de redenen is onbekendheid met het onderwerp. En omdat onbekend nu eenmaal onbemind maakt… BrightPensioen heeft zich tot doel gesteld mensen die zelf hun pensioen moeten regelen pensioenbewuster te maken. Dat doen we onder andere door het geven van webinars en workshops – bijvoorbeeld bij Seats2meet – maar ook door te bloggen over pensioen. We beginnen bij de basis…

Waar komt pensioen vandaan?
Wat is eigenlijk het doel van pensioen? Om die vraag te beantwoorden, duik ik eerst even de geschiedenis van pensioen in. Pensioen komt van het Latijnse woord pensio, wat ‘uitbetaling’ betekent. De eerste wettelijke oudedagsvoorziening werd ingevoerd door de Duitse bondskanselier Bismarck in 1889, zodat zeventig(!)jarigen die niet meer in staat waren te werken, nog wat te eten hadden en een waardig einde konden krijgen. Bismarck werd zelf overigens 83 jaar, dus hij heeft goed van zijn eigen voorziening kunnen profiteren. Dit idee is later overgenomen door andere landen, waaronder Nederland.

In die tijd was er nog nauwelijks behoefte aan een oudedagsvoorziening, omdat mensen simpelweg zelden ouder werden dan zeventig. De gemiddelde levensverwachting lag rond de vijftig jaar en men werkte gewoon door totdat men stierf. En als men niet meer kon werken maar nog wel leefde, was men afhankelijk van giften. Door dit eerste wettelijke staatspensioenfonds raakte die enkeling die ouder werd dan zeventig niet aan de bedelstaf. Het doel was dat mensen na een lang arbeidzaam leven volwaardig lid van de samenleving konden blijven en onafhankelijk van anderen in hun levensonderhoud konden voorzien.

Stoppen op je 65ste?

Later, tijdens de Eerste Wereldoorlog, is de pensioenleeftijd verlaagd naar 65 jaar. Niet zozeer uit piëteit met de oude werknemers dan wel om Duitse soldaten te rekruteren voor het leger. Als die soldaten het zouden overleven, mochten ze op hun 65ste ‘al’ met pensioen. Velen trapten daarin, terwijl vechten in de oorlog de verwachtte levensduur uiteraard niet ten goede kwam. Het Amerikaanse leger kopieerde deze recruitment-strategie en sindsdien is 65 jaar de standaardpensioenleeftijd geworden in veel landen.

Honderd jaar na Bismarck was de gemiddelde levensverwachting in Nederland met dertig jaar gestegen en de leeftijd waarop mensen in de praktijk met pensioen gingen met tien jaar gedaald. Er was dus een enorm gat ontstaan aan het eind van ons leven. En – al dan niet onder invloed van reclames van pensioenverzekeraars – begonnen we te geloven dat pensioen bedoeld was om ‘van het leven te gaan genieten’. En wie wil er nu niet van het leven genieten? Zo vroeg mogelijk stoppen met werken werd bijna een statussymbool.

Toch komt de pensioendatum voor veel mensen helemaal niet als een verlossing. Er zijn er velen die in een depressie raken nadat ze ‘cold turkey’ hebben moeten stoppen met werken. Werken is voor veel mensen een manier om zich te ontplooien en om sociale contacten te onderhouden. Dat alles valt ineens weg als zij van de ene op de andere dag niet meer in het arbeidsproces nodig zijn.

Van stoppen word je niet gelukkiger.

Diverse onderzoeken tonen aan dat mensen niet gezonder en niet gelukkiger worden van pensioneren. Het onderzoek Work Longer, Live Healthier van het Institute of Economic Affairs in Londen van mei 2013, toont dat met pensioen gaan grote negatieve effecten heeft op zowel het mentale en fysieke welzijn van mannen en vrouwen, en dat langer werken goed is voor de gezondheid op de lange termijn. En in het onderzoek ‘Grijs is niet zwart wit. Ambities van 55+’, uitgevoerd door de Leyden Academy on Vitality and Ageing en gepubliceerd in mei 2013, werden de opvattingen van ouderen over werken gepeild. Het onderzoek wijst uit dat een kwart van de gepensioneerden wel weer aan de slag zou willen. Ditzelfde geldt zelfs nog voor ruim 10 procent van de 75-plussers! Niet altijd veertig uur per week, maar men wil liever werken dan thuiszitten. Pensioneren was even leuk, maar niet voor de rest van het leven.

Toegeven, er zijn ook veel mensen die wél gelukkiger en gezonder worden nadat ze met pensioen gaan. Dat zijn met name de mensen die hun werk niet (meer) leuk vonden. Mensen die veel stress ondervonden van hun werk. Mensen die geen enkele voldoening aan hun werk beleefden en die al jaren naar hun pensioen toeleefden. Die hadden beter iets anders kunnen gaan doen. Die hadden wellicht beter de stap kunnen nemen ZP’er te worden. Niets zo erg als in een baan blijven hangen die je niet leuk meer vindt.

Doe werk waar je voldoening uit krijgt.

Eén van mijn belangrijkste pensioentips is dan ook: doe werk waar je voldoening uit krijgt. Werk waar je energie van krijgt. En voor veel mensen blijkt de stap naar ZP’er die oplossing te zijn geweest. De vrijheid en zelfstandigheid geven nieuwe energie. En als je werk met plezier doet, dan is het helemaal niet erg om langer door te werken. Waarom zou je stoppen met iets dat je leuk vindt? Bijkomend voordeel is ook nog eens dat je veel minder geld voor pensioen nodig hebt. Het doel moet dus niet zijn ‘zo vroeg mogelijk met pensioen’ maar ‘zo lang mogelijk leuk en zinvol werk kunnen blijven doen’.

Maar wat nou als…?

Nu heb je in het leven niet alles zelf in de hand. Daarom is het toch wel verstandig iets te regelen voor je pensioen. Want je kunt wel tot je 75e door willen werken, maar of je dat dat kunt weet je niet zeker. En het zou natuurlijk altijd kunnen dat niet iedereen dan meer op jouw kwaliteiten zit te wachten. Dan is het toch wel prettig om de flexibiliteit te hebben te kunnen stoppen. Want flexibiliteit is iets dat we als ZP’ers hoog in het vaandel hebben staan.